Vroeger was (niet) alles beter. Eenmaal getrouwd zat je ‘aan elkaar vast’, scheiden was uit den boze. Een huwelijk, geldig gesloten en dat door geslachtsgemeenschap was voltooid was volstrekt onontbindbaar. Mijn schoonvader riep nog eens: “Het is beter als trouwen, dan kan hij haar terughalen als ze wegloopt!”
Toentertijd.
Voor de sixties zocht je een maatje, voor goede en slechte tijden. Je zorgde voor elkaar, voor de kinderen en overleefde samen crises. Op z’n Brabants: kèken (schreeuwen) en kussen. Samen door een deur kunnen en een beetje respect voor elkaar vormde de basis van veel 50- en 60-jarige huwelijken. Of zoals meneer pastoor zei: “Houdt niet van elkaar, zoals ge elkaar graag zoudt zien, maar zoals ge zijt (bent).” Je groeide naar elkaar toe.
De jaren zestig en zeventig.
Hier kunnen we kort over zijn. In deze decennia was het huwelijk niet meer zo populair. Er werd nog steeds getrouwd maar men experimenteerde ook met andere relatievormen. Samenwonen zonder te trouwen, de LAT relatie (living apart together), een commune en meer van deze nieuwe manieren om samen oud te worden, wat overigens vaker misging dan bij de traditionele huwelijken.
Eind twintigste eeuw.
Een revival van het huwelijk, maar dan anders, beter. Het moest eerder roze en goud zijn. Stond bij oudere generaties kameraadschap voorop, nu komt er een heel ander jargon. Het moet ‘klikken’, je moet ‘elkaar aanvoelen’ en vooral ‘niet uit elkaar groeien’. Verder dezelfde interesses delen, elkaar aanvullen, over veel hetzelfde denken en zo mogelijk altijd verliefd blijven. Legde voorheen de kerk een grote druk op het huwelijk (elkaar gelukkig maken, bezorgd zijn over elkanders geluk, samen de lasten dragen, een gezin stichten enz.), nu deden de geliefden dat zelf. En dan ook nog zo weinig concreet dat je je achteraf kunt afvragen: ‘waarom nog trouwen?’
Veel huwelijken strandden destijds, eind jaren negentig bijna de helft! Jonge mensen houden daar geen rekening mee. Niemand die denkt: ‘daar ga ik een paar jaar mijn leven mee delen en dan zie ik wel verder’. Bij het opbouwen van een liefdesrelatie denk je aan ‘eeuwig’ en niet ‘voor een paar jaartjes dan’.
Het JA-woord.
Als het dan zover is dan behoort de ringuitwisseling absoluut tot het mooiste en zeker ook het emotioneelste moment van de dag. Familie en vrienden erbij, naar het stadhuis (of kapel of kasteel) en soms nog naar de kerk. Een fotograaf om dit te vereeuwigen en als afsluiting een groots feest. Liefst op vrijdag (meer dan 70% van de huwelijken wordt voltrokken op deze dag), dan heb je nog het weekend om bij te komen.
Tradities.
Kenmerkend bij een huwelijk zijn de, soms zeer oude, tradities. De blauwe kouseband (blauw staat voor trouw, de kouseband voor seks), de vrijgezellenavond, bruidssuiker (voor een kinderrijk huwelijk), de sluier als bescherming tegen ‘het boze oog’, het eten van bitterkoekjes (een huwelijk heeft zoete en bittere kanten), het gezamenlijk aansnijden van de taart, een likeurtje met goudsnippers (deze ‘bruidstranen’ symboliseren het verdriet van de bruid, ze neemt afscheid van haar jeugd en familie), marsepein om het bruidspaar door het eerste moeilijke jaar te helpen enzovoort. Het huis op een ‘ludieke’ manier verbouwen (ballonnen, deuren barricaderen) wordt niet meer gewaardeerd door het bruidspaar en is een stille dood gestorven.
Onze maatschappij blijft veranderen, panta rhei, en tradities gaan daarin mee. Welbeschouwd kun je geen enkel huwelijk uit welk tijdperk dan ook idealiseren. Alhoewel er nu meer alleenstaanden zijn is een vaste partner nog steeds de norm. Een netwerk is prima, maar toch blijft iedereen naar die ene zoeken, waar al het geluk op wordt geprojecteerd.
Een fotoreportage van Cuijkse huwelijken. Helaas is het bijzonder lastig de namen er niet onder zetten, u weet wel, privacywetgeving!
Hans Peters
Maar zie de bruidjes stralen, zie de trotse bruiden. Romantiek lijkt onuitroeibaar.
Gilbert O’Sullivan:
You and me are all that matters
Disregard the rest
Trust your soon to be old man
He knows what is best
Very shortly now there’s going to be
An answer from you
Then one from me
That’s matrimony
Tekst grotendeels gebaseerd op het werk van Ineke Strouken. Zij heeft het fenomeen trouwen onder de loep genomen. Haar boek ‘Bruidssuikers en wittebroodsweken’ geeft een aardige kijk op het huwelijk tot ongeveer twintig jaar geleden.